Alleen móeten zijn
Als bij anderen zijn teveel spanning geeft
“Ik let altijd op of ik wel amusant en intelligent genoeg ben. Genoeg voor wie? Genoeg om te voorkomen dat de mensen erachter zullen komen dat ik, ondanks de schone schijn, vind dat ik eigenlijk niet serieus kan worden genomen.” (Cliënt in Dowrick, 2001 – pag. 32)
Wanneer mensen alleen zijn, zullen zij zich soms anders gedragen dan wanneer zij met anderen zijn. Dit komt voor in liefdesrelaties, vriendschappen en gezinnen. De cliënt die ik hierboven citeer is doodop aan het einde van de dag! Al dat ‘moeten’ bij andere mensen, moet zij niet bij zichzelf. Vandaar dat zij soms alleen MOET zijn, om de spanning los te laten. Waarom MOETEN mensen soms alleen zijn? Ik ga opzoek naar antwoorden in de interpersoonlijke psychologie over identiteit.
Zelfvertrouwen en zelfbeeld
Hoe sterker je zelfvertrouwen en hoe accurater je zelfbeeld, hoe minder gevaarlijk het contact met anderen. Mensen die bewust zijn van hun eigen gevoelens en met vertrouwen in zichzelf en anderen, zullen gemakkelijker van gezelschap genieten. Zij benaderen anderen gemakkelijk en laten zich op eenzelfde manier tegemoet treden. Zij begrijpen gemakkelijker begrijpen wat zij voelen en nodig hebben en zij communiceren dat aan de ander (Dorwick, 2001).
In staat zijn tot liefde vraagt om een duidelijk zelfbeeld. Bewustwording van het einde van zichzelf en het begin van de ander (Roberts & Padgett-Yawn, 1998). De eigen identiteit wordt aangewakkerd door contact met anderen en wordt erdoor versterkt. Authentieke mensen laten zien wie ze zijn (Vansteenwegen, 2009).
Identiteit volgens Whitbourne (in Rögels, 2007) is geen diploma dat je haalt, maar een proces dat vooral plaatsvindt tijdens jongvolwassenheid. Nog niet de helft van de proefpersonen heeft een stevige eigen identiteit rond het 22ste levensjaar.
Identiteit in relaties
Eenmaal in een relatie, wordt jouw identiteit soms bedreigd (Kirshenbaum, 2004). Een fragiele identiteit staat onder druk (Rögels, 2007). Het kost tijd en moeite om evenwicht vinden tussen individuele zelfontplooiing en ontwikkeling als duo (Hintum & Latten, 2007). Wanneer je in eerdere relaties jezelf anders wilde uiten, maar dat niet deed om geaccepteerd te worden, kun je van jezelf vervreemd zijn geraakt. Als je vervreemd bent van jezelf, zul je bij anderen niet jezelf zijn, maar ben je wat de ander wil dat je bent. Zonder een stabiel zelfbesef kunnen relaties met anderen buitensporig belangrijk of onzeker lijken.
Het is belangrijk dat je kunt voelen; ik leef niet omdat jij me vertelt dat ik leef. Ik ben de moeite waard, niet omdat jij dat vertelt. Ook als je mij niet ziet, een oordeel over mij hebt, of anders bent dan ik (Dorwick, 2001). Door de jaren heen leer je om bestand te raken tegen kritiek en eventueel afgenomen waardering. Omdat je het er voor een deel mee eens bent of omdat je terug kunt vallen op dingen waarop je wel gewaardeerd wordt. Of omdat het je maar tot op zekere hoogte raakt. Hoe meer levenservaring, hoe groter je gevoel voor wie je bent en hoe beter je weet wat belangrijk voor je is (Kirshenbaum, 2004).
Niemand kan ons redden, alleen wijzelf
Je hebt het verkrijgen van intimiteit zelf in de hand. Je hoeft niet te wachten tot een ander jou intimiteit geeft. Wie ben je? Antwoord je in gedachten met je naam, beroep of burgerlijke staat? Of heb je misschien je uiterlijk beschreven? Om tot je autonome zelf te komen dien je afstand te nemen van je status. Je hebt (een) baan – salaris – lichaam – mooi gezicht – prijzen – partner – gevoelens – gedachten – ervaringen – verlangens, maar je bent deze niet. Je kunt dit allemaal kwijtraken en nog steeds jij zijn. Wie ben je wel? (Dowrick, 2001)Dat ontdek je door te leven. Te experimenteren. Wil je daar meer over weten? Lees dan de oefening op Over Psychologie.
Je ontwikkelt jezelf door te experimenteren met je gedrag en je gevoelens te observeren. Ook in relaties met anderen. Wanneer het van vitaal belang lijkt om alleen te zijn, is de innerlijke ruimte meestal gekrompen. Zorg er voor dat je grenzen voelt en muren op kunt trekken. Herken eerst je ‘mentale nee’ door irritatie op te merken en daarna het uitspreken van het ‘praktische nee’ (Vansteenwegen, 2009).
- Accepteer dat je grenzen hebt
- Stel je grenzen vast
- Vertel je grenzen
- Leef naar je grenzen: bepaal zelf hoe je wordt behandeld (Kirshenbaum, 2004)
Bronnen over alleen moeten zijn
Dowrick, S. (2001) Single; Intimiteit & Alleen zijn. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Contact.
Hintum, M. van en Latten, J. (2007) Liefde à la carte – Trends in moderne relaties. Amsterdam: Uitgeverij Archipel
Kirshenbaum, M. (2004) Scheiden of blijven. Een gids die je helpt bij het nemen van de juiste beslissing. Amsterdam: Uitgeverij de Arbeiderspers.
Rögels, N. (2007) Levenslooppsychologie – Jongvolwassenen, volwassenen en oudere volwassenen. Soest: Uitgeverij Nelissen.
Roberts, A., Padgett-Yawn, B. (1998) Liefde en seksualiteit. Keulen: Könemann Verlagsgesellschaft mbH
Vansteenwegen, A. (2009) Vreemdgaan met je partner. Tielt: Uitgeverij Lannoo
Aanbevolen literatuur over identiteitontwikkeling
Feldman, R.S. Ontwikkelingspsychologie 2. Levensloop vanaf de jongvolwassenheid.